-
1 simple fracture
-
2 simple
adj. eenvoudig, enkelvoudig; simpel; onnozel--------n. Zwakzinnig, simpel, onnozel; geneeskundige plant/ kruid[ simpl]2 eenvoudig ⇒ ongekunsteld, eerlijk3 simpel ⇒ eenvoudig, gewoon5 eenvoudig ⇒ gemakkelijk, simpel♦voorbeelden:1 simple forms of life • eenvoudige/primaire levensvormenthe simple life • het ongekunstelde/natuurlijke leventhe simple truth • de nuchtere/zuivere waarheiddeceit pure and simple • regelrecht bedrog
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский